Waarom ik mijn werk als wetenschapper zo leuk vind

Een hele eer: de redactie van New Scientist heeft me geselecteerd voor hun top 25 van talentvolle jonge wetenschappers. Er zit ook nog een populariteitswedstrijd aan vast waarin één ‘winnaar’ aangewezen wordt op grond van een vakjury en publieksstemmen (wat natuurlijk vooral een slimme manier is van New Scientist om aandacht te genereren voor hun merk). Geen stemadvies dus, maar graag gebruik ik deze kans om iets te vertellen over de projecten waar ik me voor inzet en over wat mij enthousiast maakt in mijn werk als wetenschapper.

MuseumJeugdUniversiteit

De MuseumJeugdUniversiteit organiseert interessante collegereeksen voor kinderen van 8 tot 12 oud — een publiek dat uitblinkt in slimme vragen en onverwachte invalshoeken. Dit jaar ben ik ambassadeur voor de MuseumJeugdUniversiteit. Ik heb onder meer het academisch jaar geopend voor een zaal vol kinderen in het Teylers in Haarlem; geholpen in de zoektocht naar jeugdige vloggers; en me ingezet om meer wetenschappers betrokken te krijgen bij de colleges door heel het land. (Ben je wetenschapper en zou je ook wel eens colleges willen geven voor misschien wel het leukste publiek dat je kunt hebben? Kijk dan hier.)

Groot Nationaal Onderzoek

Samen met mijn collega Tessa van Leeuwen zette ik een Groot Nationaal Onderzoek op naar hoe de zintuigen samenwerken. Meer dan 12.000 mensen deden mee, en de eerste resultaten werden bekend gemaakt in een speciale uitzending van De Kennis van Nu. Ook nu nog kun je online uitvinden of jij kleuren ziet bij letters en hoe goed jouw zintuigen samenwerken: ga naar gno.mpi.nl. Dit project vond ik enorm leuk om te doen: het leverde nieuwe wetenschappelijke inzichten op, maar het gaf ons ook de kans om aan heel veel mensen te laten zien hoe de zintuigen samenwerken bij het leren van woorden en het gebruiken van taal.

Ig Nobel Prijs voor onderzoek naar misverstanden

Prijzen zijn altijd leuk, maar de vrolijkste is toch wel de Ig Nobel prijs, die uitgereikt wordt voor wetenschappelijk onderzoek dat je eerst aan het lachen maakt en dan aan het denken zet. Wij kregen hem in 2015 voor onze ontdekking van een universeel woord: ‘Hè?’. Voor ons was die vondst eigenlijk bijvangst in een veel groter onderzoek naar hoe we misverstanden oplossen en hoe we voorkomen dat onze gesprekken telkens vastlopen.

In dat onderzoek vonden we dat bepaalde technieken om misverstanden op te lossen overal voorkomen. We vonden ook dat mensen overal hun best doen de meest efficiente techniek te gebruiken, ook als ze dat zelf iets meer werk kost. Elk gesprek is zo een knap staaltje teamwerk. Ons onderzoek draagt bij aan ons begrip van taal, maar heeft ook bredere toepassingen. Neem Siri, Alexa en andere spraakgestuurde apparaten: één van de grootste ergernissen is dat ze nog niet handig omgaan met misverstanden. Ons werk kan daarbij helpen doordat het principes aan het licht brengt die in alle talen hetzelfde werken.

Over mijn werk als taalkundige

Er zijn ruim 6500 talen op de wereld. Als taalwetenschapper probeer ik uit te vinden waarin talen op elkaar lijken en waarin ze van elkaar verschillen. Daarvoor doe ik veldwerk in Ghana en werk ik samen met collega’s rond de wereld, zodat mijn onderzoek tientallen talen bestrijkt, van groot tot klein en van geschreven tot ongeschreven. Anders dan veel andere taalwetenschappers werk ik vaak met video-opnames van gesprekken. Hoe taal in het alledaagse leven gebruikt wordt is de sleutel tot een beter begrip van waarom talen zijn zoals ze zijn, en wat dat betekent voor mens en maatschappij.

Veel van mijn werk verschijnt eerst in internationale vakbladen. Een volledige lijst met dat soort publicaties kun je vinden op mijn webpagina bij het Max Planck Instituut. Maar taal is relevant voor iedereen, en daarom schrijf ik ook vaak voor een breder publiek. Lees je Engels? Kijk dan eens naar mijn stuk met N.J. Enfield voor Scientific American: Let’s Talk: Universal social rules underlie languages, of bekijk de stukken over ons werk die verschenen in The Atlantic, Smithsonian Magazine, en bij de NPR. Lees je Nederlands? Kijk dan eens naar mijn stukken voor de Taalcanon (Kleurt taal je wereldbeeld?) en voor Onze Taal (Taal als samenspel van de zintuigen). In EOS verscheen ook een vertaling van ons stuk voor Scientific American: Ongeschreven regels van de taal.

Meer weten?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *